Categorie: Rasomschrijving

Rasomschrijving

Rasomschrijving

Rasomschrijving van de Nederlandse Toggenburger Geit en de Nederlandse Toggenburger Bok

Nederlandse Toggenburger geit

Algemeen voorkomen

Kruishoogte en romplengte moeten voldoen aan het vastgestelde True Type en het geheel dient voldoende grof van bouw te zijn.

Ras/Melktype

Compact. De gebruikswaarde (melkgeit) moet duidelijk zichtbaar aanwezig zijn.

Bouw Vast en correct

Ontwikkeling

Gestreefd dient te worden naar een geit van 70 cm kruishoogte op volwassen leeftijd (circa vier jaar), met een romplengte die iets meer is dan de kruishoogte.

Beenwerk

De voorbenen zijn vanaf de knieën wit gekleurd. 

De voorbenen zijn aan de binnenzijde wit, vanuit de oksels. 

De dieren zijn kort in de kootbanden. 

De lengte van de voorbenen is circa 50% van de kruishoogte. 

De achterbenen zijn wit vanaf de hak tot aan de hoef.

De binnenzijde is wit vanaf en vanuit de liesstreek.

Uier

De uier is dun behaard. Deze haren moeten wit van kleur zijn.

Kop en hals

De kop is vrij kort en breed in het voorhoofd, met een zeer goed ontwikkelde kaak en een brede bek.

Het neusprofiel dient recht te zijn met een duidelijke ‘insnijding’ onder de ogen.

De hals mag niet te lang zijn, maar bespierd en krachtig.

Voorhand

Breed en ruim met voldoende diepte.

Middenhand

Per se niet te gerekt, maar wel ruim en (opvallend) diep met brede lendenen.

Achterhand

Kruis is vierkant van vorm. Dijen en schenkel goed gespierd.

Kleur

De hals, voor- en middenhand en het kruis dienen egaal bruin of zwart van kleur te zijn.

Ook de dijen en schenkel waar de spiegeltekening niet geplaatst is.

De meest ideale kleur is melkchocoladebruin of lakzwart.

Variatie van zwart, donkerbruin tot zeer lichtbruin.

De staart is op de bovenzijde bruin of zwart behaard en wit omrand. 

De onderkant dient vleeskleurig te zijn.

Beharing

Kort en glad. Kam over de rug en broek aan dij/schenkel is toegestaan. 

Fout: langharig en geschoren.

Aftekening

Oren zijn wit omrand. Op de buitenkant een bruine of zwarte driehoek.

Binnenkant vleeskleurig. Het masker is vanaf de stootknobbels tot aan de snuit duidelijk zichtbaar aan beide zijden van het neusbeen. De snuit heeft dezelfde kleur.

Bellen zijn niet verplicht. Indien aanwezig, dan het liefst wit van kleur.

Behoren aan de hals te zitten, net onder de keelstreek.

Veelal hebben de dieren onder de hals, in de keelstreek één grote of soms twee witte vlekken.

Nederlandse Toggenburger bok

Algemeen voorkomen

Kruishoogte en romplengte moeten voldoen aan het vastgestelde True Type en het geheel dient voldoende grof van bouw te zijn.

Ras/Melktype

Compact. Naast rasadel dient de bok mannelijkheid uit te stralen.

Bouw Vast en correct

Ontwikkeling

Op een leeftijd van drie jaar dienen zij een kruishoogte te hebben van 80 cm of meer.

Romplengte is iets meer dan de kruishoogte.

Beenwerk

De voorbenen zijn vanaf de knieën wit gekleurd. De voorbenen zijn aan de binnenzijde wit, vanuit de oksels. De dieren zijn kort in de kootbanden. 

De lengte van de voorbenen is circa 50% van de kruishoogte. De achterbenen zijn wit vanaf de hak tot aan de hoef. De binnenzijde is wit vanaf en vanuit de liesstreek.

Scrotum

De achterkant van het scrotum is dun behaard. Deze haren moeten wit zijn.

Kop en hals

De kop is vrij kort en breed in het voorhoofd, met een zeer goed ontwikkelde kaak en een brede bek.

Het neusprofiel dient recht te zijn met een duidelijke ‘insnijding’ onder de ogen.

De hals mag niet te lang zijn, bespierd en krachtig.

Voorhand

Breed en ruim met voldoende diepte.

Middenhand

Per se niet te gerekt, maar wel ruim en (opvallend) diep met brede lendenen.

Achterhand

Kruis is vierkant van vorm.

Dijen en schenkel goed gespierd.

Kleur

De hals, voor- en middenhand en het kruis dienen egaal bruin of zwart van kleur te zijn. 

Ook de dijen en schenkel waar de spiegeltekening niet geplaatst is.

De meest ideale kleur is melkchocoladebruin of lakzwart.             

Variatie van zwart, donkerbruin tot zeer lichtbruin.

De staart is op de bovenzijde bruin of zwart behaard en wit omrand. 

De onderkant dient vleeskleurig te zijn.

Beharing

Kort en glad. Kam over de rug en broek aan dij/schenkel is toegestaan.

Fout: langharig en geschoren.

Aftekening

Oren zijn wit omrand. Op de buitenkant een bruine of zwarte driehoek. Binnenkant vleeskleurig.

Het masker is vanaf de stootknobbels tot aan de snuit duidelijk zichtbaar aan beide zijden van het neusbeen. De snuit heeft dezelfde kleur.

Bellen zijn niet verplicht. Indien aanwezig, dan het liefst wit van kleur.

Behoren aan de hals te zitten, net onder de keelstreek.

Veelal hebben de dieren onder de hals, in de keelstreek één grote of soms twee witte vlekken

***

Schoonheids- en uitsluitingsfouten
– bruine of zwarte aanslag (haartoppen) in het witte tekeningsbeeld is een schoonheidsfout.
– kleurnuance in het bruin of zwart is een schoonheidsfout.
– een vlek of streepje aan de kop bij geiten is een schoonheidsfout.
– haken en uitlopers aan de spiegel zijn schoonheidsfouten.
– een witte driehoek aan de onderkaak sluit bekroning uit en bij opmaak van
het keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen geen punten toegekend maar
de letters “Afg” = afgekeurd.
– losse witte vlek(ken) aan de romp en/of aan de hals (halsvlakten en/of halsranden) zijn fouten, welke bekroning uitsluit en bij opmaak van het keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen geen punten maar de letters “Afg” toegekend.
– bruine of zwarte vlek(ken) of strepen in het witte tekeningsbeeld zijn fouten,
welke bekroning uitsluiten en bij opmaak van het keuringsrapport wordt voor
Alg. Voorkomen eveneens de waardering “Afg” toegekend.
– geheel witgekleurde haren in het bruine of zwarte tekeningsbeeld (stekelharig)
is een fout welke bekroning uitsluit en bij opmaak van het keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen geen punten maar de letters “Afg” toegekend.

***

Het keuren van Toggenburgergeiten in volgorde van belangrijkheid:
RAS/MELKTYPE:

  1. zijaanzicht: met aandacht voor lichaamsdiepte ten opzichte van de beenlengte.

middenhand: ruim en opvallend diep, maar niet gerekt!

wigvorm is gewenst, echter met behoud van borstdiepte.

  1. vooraanzicht: in verhouding tot de grootte een brede borst.
  2. bovenaanzicht: goed gevuld in schouders en lendenen, vierkant kruis, liever niet te scherp op de schoft.

BOUW: Vast en correct.

UIERVORM: een solide uier met correcte speenstand en -vorm.

BEENWERK + GANG: “let op korte kootbanden”.

BEHARING: glad en fijn, iets langere haren toegestaan aan dijen en rug (broek en kam) maar liever niet.

AFTEKENING: de kleur dient egaal te zijn, de nuance is minder belangrijk.

***